Helaas blijken ook kwaliteitskranten steeds vaker pseudo-wetenschappelijke nonsens aan hun lezers te verkopen. Zo verscheen er op 27 november in de Volkskrant een zeer oppervlakkig artikel van Emma Curvers en Hessel van Piekartz over ritueel kindermisbruik en complottheorieën. Op geen enkel moment wordt het concept ritueel misbruik ter discussie gesteld. Over het rapport uit 1994 van de werkgroep ritueel misbruik wordt door hen beweerd: “De werkgroep concludeerde in een rapport ‘geen bewijs’ te hebben voor het bestaan ervan [SRM], maar ook geen bewijs dat de verhalen verzonnen of aangepraat waren.” Dat is wel een erg platte weergave van het rapport, zo valt er in het rapport te lezen: “Er zijn ook goede gronden om te betwijfelen of het verschijnsel daadwerkelijk voorkomt in de vorm waarop het in de verhalen wordt beschreven. Als men moet uitgaan van de omvang en het karakter van ritueel misbruik zoals dat aan de hand van de hiervoor gegeven en door de Werkgroep overigens opgevangen verhalen zou moeten worden vastgesteld, dan is het vrijwel onmogelijk dat geen forensisch bewijs is of wordt gevonden. Naar alle redelijkheid en waarschijnlijkheid zouden er tenminste enkele (technische) sporen aan het licht gekomen moeten zijn. Nu dat niet het geval is, acht de werkgroep de kans gering dat de verhalen over ritueel misbruik ‘in volle omvang’ op waarheid berusten.” Dat klinkt al een heel stuk minder twijfelend dan de samenvatting van Curvers en Von Piekartz.

Demonstrant op het Museumplein te Amsterdam, 25 september 2020 (NOS Nieuwsuur).
Over Spirit Cooking beweren de journalisten dat het om een “satanisch ritueel” zou gaan, terwijl het in werkelijkheid een performance is van de Servische kunstenares Marina Abramovic en niets te maken heeft met satanisme. De achtergrond voor deze beschuldigingen liggen in de samenzweringsfantasie Pizzagate, waar QAnon vrolijk op voortborduurt. Alexxa Gothardt legde het allemaal goed uit in haar artikel The Story Behind The Marina Abramovic Performance That Contributed to Pizzagate. Ook vergeten de twee journalisten te vermelden dat niet alleen Bill Clinton, maar ook Donald Trump tot de intieme kennissenkring van Jeffrey Epstein behoorde.

Jefrrey Epstein en Donald Trump.
Helaas maken de journalisten geen duidelijk onderscheid tussen kindermisbruik en ritueel kindermisbruik. Het is zelfs de vraag of ze zich wel bewust zijn van het onderscheid. Ze schakelen namelijk wel erg gemakkelijk over van de ene term op de andere. Nu doet de ex-militair Melchior Verbon dat ook niet, maar dat zou geen reden moeten zijn om het zelf ook niet te doen. Deze Verbon was overigens te gast bij de bekende samenzweringsfantast Sven Hulleman en zat braaf ja te knikken toen Hulleman allerlei zwamverhalen afstak over de goden Ba’al en Moloch. Goden die volgens Hulleman door een satanistische elite worden vereerd omdat er mensenoffers aan hen werden gebracht. Ook Nathalie van Meesen van de Facebookgroep Bescherm Onschuld (voorheen Save the Children) komt aan het woord. Ze wijst de relatie met QAnon af, maar ziet er geen been in om QAnon-gerelateerd materiaal te delen in haar Facebookgroep. In het artikel van Curvers en Von Piekartz zegt ze dienaangaande: “Ik zeg niet dat het er niet is, maar als ik het niet kan onderbouwen, neem ik het niet mee in mijn verhaal.” Ze blijkt gewoonweg niet goed op de hoogte te zijn. Zo deelde ze ook het interview van Hulleman met Melchior Verbon. Ze komt echter wel heel erg dicht in de buurt van de complotfantasten als ze beweert: “de media [willen] natuurlijk het liefst zeggen dat we allemaal complotwappies zijn.” Een verklaring voor deze uitspraak levert Van Meesen er niet bij.

Pizzagate is de waanzinnige complotfantasie dat Hillary Clinton en bekende Hollywoodsterren betrokken zouden zijn bij een pedofielennetwerk dat kinderen seksueel misbruikt en offert aan de duivel in de kelder van een pizzeria in Washington D.C.
Een andere ‘expert’ die aan het woord komt is de psychologe Christel Kraaij, een vurig aanhangster van de legende van vermeend Satanisch Ritueel Misbruik en één van de actiefste verspreiders ervan in Nederland. Zij wijst weliswaar de meest absurde samenzweringsfantasieën van QAnon af, maar blijft vasthouden aan het bestaan van Satanisch Ritueel Misbruik. Volgens de journalisten ziet Christel Kraaij complottheorieën over ritueel kindermisbruik vooral als een risico. Ze zegt: “Het onderwerp wordt hierdoor minder serieus genomen. Het helpt niet om namen te noemen en beweringen te doen zonder bewijs. We moeten de individuele verhalen goed gaan onderzoeken.” Kraaij heeft ook meegewerkt aan de uitzending van Argos over Satanisch Ritueel Misbruik en noemt de uitzending zelfs als een concreet bewijs voor het bestaan ervan in een brief van therapeuten aan de minister van justitie Ferd. Grapperhaus. In de brief staat te lezen: “Ritueel misbruik is een ongezien, maar wel degelijk aanwezig maatschappelijk probleem zoals ook blijkt uit de VPRO Argos uitzending.”

De uitzending van Argos-journalisten Sanne Terlingen en Huub Jaspers die Satanisch Ritueel Misbruik terug in de aandacht bracht.
Nu werd er in deze uitzending helemaal niets bewezen. Een feit waar Pepijn van Erp en ikzelf al eerder op hebben gewezen in onze reacties op de uitzending van Argos. Ook Emma Curvers en Hessel van Piekartz wezen we via een tweet op onze twijfels, maar Curvers meende dat Argos geloofwaardiger was dan wij omdat er ongeveer twintig mensen hetzelfde verhaal hadden verteld aan Terlingen en Jaspers n.a.v. een door hen opgezette enquête. Aangezien de enquête van Argos volstrekt anoniem was, kunnen we met geen mogelijkheid weten wat er van waar is. Misschien hadden de invullers wel dezelfde therapeut of kenden ze dezelfde geruchten die soms al meer dan 25 jaar de ronde doen over bepaalde mensen. Langzaam sijpelen dit soort bedenkelijke ideeën steeds verder door naar de mainstream van de samenleving. Waren dit soort verhalen vroeger toch eerder te vinden in de boulevardbladen en de zogenaamde alternatieve media, nu treft men ze helaas ook steeds vaker aan bij kwaliteitskranten en bij doorgewinterde onderzoeksjournalisten. Als je in een verhaal gelooft zonder dat er bewijzen voor zijn, dan is er eigenlijk geen goede reden om niet ook in andere verhalen zonder bewijs te gaan geloven. Er is al een grote overeenkomst in de opvatting dat er een elitair (satanisch) pedofielennetwerk zou bestaan dat ongestraft misdaden kan begaan. In de praktijk zie je dan ook dat de grens tussen het geloof in Satanisch Ritueel Misbruik naar meer omvattende complotfantasieën niet zo heel erg duidelijk is en gemakkelijk overschreden wordt.
Het feit dat alle verhalen op elkaar lijken is al een ‘wapenfeit’ voor de gelovigen aan SRA (tegenwoordig vaak intergenerationeel ritueel misbruik genoemd) sinds het verschijnen van Michelle Remembers, de in 1980 verschenen bestseller van de Canadese psychiater Lawrence Pazder en zijn patiënte en latere vrouw Michelle Smith. Dit boek heeft niet alleen de toon gezet, zoals ‘The Courage to Heal’ dat deed voor de hervonden herinneringen aan seksueel misbruik, het heeft mensen met een groot inbeeldingsvermogen, de zgn fatasy prone personalities, beelden aangedragen die nu nog de boventoon voeren in het discours over SRA.
En dat discours moet je niet onderschatten. Het is sinds 1980 toegerust met de eindeloze bronnen van internet en sociale media. De ‘overlevers’ zeggen dan wel niet gehoord te worden, maar de werkgroep is destijds niet voor niets opgericht: de E.O., maar ook Netwerk, Sonja en noem maar op, hebben destijds veelbekeken uitzendingen gewijd aan het fenomeen. In Nederland werden we in het begin van de 90er jaren bovendien verblijd met wat de ‘Eper Incest-affaire’ is gaan heten. Een wat eufemistische aanduiding, als je bedenkt dat de proponent ervan, Yolanda, beweerde aan haar tepels achter een auto aan over het strand te zijn gesleept en haar pasgeboren gevilde kinderen te hebben moeten opeten. Onder andere. Het was een seculiere variatie op de thema’s van Michelle. Satan en Maria in eigen persoon ontmoeten is nu eenmaal niet zo Nederlands.
Huidige ‘overlevenden’ van SRA moeten maar bedenken dat deze Yolanda het, in drie rechtszaken waarin de aanklachten steeds groteskere vormen aannamen, voor elkaar heeft gekregen de nodige ‘daders’ te laten veroordelen. Als ze nog leven zitten er nog steeds twee zeer suggestibele en niet al te pientere broers van haar in een TBS instelling.
Maar waar het me hier om gaat, is de verhalen van de ‘overlevenden’, die volgens ARGOS zo verdacht veel op elkaar lijken. Naast een cultuur die al een halve eeuw wordt geplaagd door een media-hype over seksueel misbruik – verkrachting van vrouwen, incest, misbruik in de (R.K.)kerk, SRA, campus-rapes, #Metoo en misbruik door bekende media-persoonlijkheden in het verleden volgden elkaar op en stapelden zich – is men decennia na W.O.2 ook het slachtoffer gaan ontdekken. In navolging van de holocaust-overlevenden noemen de al dan niet vermeende slachtoffers van seksueel misbruik zich dan ook ‘overlevende’. Ik wil niet beweren dat het niet goed is, dat er meer oog voor slachtoffers is, maar wil er twee kanttekeningen bij plaatsen: 1) Het is tegenwoordig moreel hoogstaand om slachtoffer te zijn en het is daarom bijna iets dat je moet ambieren. De nodige mensen hebben zich om die reden ten onrechte het slachtofferschap aangemeten. Het mooiste voorbeeld vind ik nog wel Lauren Stratford, die onder verschillende namen eerst de nodige media-aandacht kreeg als slachtoffer van SRA, om na ontmaskerd te zijn voort te leven als ‘overlever van Mengele en verscheidene concentratiekampen’. Toen men de Joodse vrienden die ze inmiddels had gemaakt (onder hen Binjamin Wilkomirski, ook een fake-oorlogsslachtoffer) vertelde wie ze werkelijk was, werden die kwaad en noemden de boodschappers ‘holocaust-deniars’. De huidige sceptici over SRA wordt verweten pedofiel te zijn, of op z’n minst met pedofielen te heulen. 2)Bij psychische problematiek wordt tegenwoordig in eerste instantie aan het verleden gedacht. Wat is daar mis gegaan en hebben de ouders mogelijk iets misdaan? Het slachtofferschap vormt zo ook een mooie verklaringen voor alles wat in het leven van een volwassene niet op rolletjes loopt. Als therapeuten tegenwoordig de jeugd van hun cliënt aanstippen, dan hoeven ze zich niet meer door een massieve ‘denial’, zoals ze dat noemen, te werken. Alles ligt al voor het oprapen.
Wat ik een ‘pandora-proces’ noem, begint al met de verwachting van de therapeut. Het is niet voor niets dat er zowel therapeuten zijn die nooit SRA zien, als therapeuten bij wie het aan de orde van de dag is (‘Het moet een zeer wijd verbreid netwerk zijn’). Het feit dat SRA alleen de kop opsteekt bij therapeuten als Christel Kraaij, wordt door hen gezien als een teken van bekwaamheid. Zij ‘doorzien’ de cliënt, weten de ‘juiste’ vragen te stellen – waar anderen alleen maar een borderline persoonlijkheid zien, bijvoorbeeld. Of iemand met huwelijksproblemen. Deze gedachte dat er een metafysische werkelijkheid ligt achter de alledaagse presentatie van problemen, leidde destijds al naar ‘hervonden herinneringen’ en nu naar gedissocieerde deelpersoonlijkheden – wat in feite hetzelfe is. De combinatie van inzichten die de therapeut op congressen, bij intervisie en in artikelen heeft opgedaan en de bereidheid van de cliënt een machtige buitenwereld de schuld te geven van haar problematiek, leidt tot gelijkgestemde verhalen. Zelfs voordat er internet was merkte de beruchte complot-psychiater Bennett Braun – de inspirator van de Nederlandse RM en SRA-beweging! – al op dat hij maar aan één cliënt hoefde te vragen of ‘ik houd van je’ onder een kaart van ouders misschien betekende dat ze moest gaan auto-mutileren, of de hele afdeling begon te automutileren na het krijgen van zo’n kaart. En binnen een maand vond hetzelfde ook plaats op andere afdelingen door alle staten van de V.S. Deze neiging tot mimesis was al bekend in de tijd van de beroemde neuroloog Charcot, eind 19e eeuw. Maar wordt kennelijk nog steeds niet op waarde geschat, gezien het feit dat er nog steeds speciale afdelingen zijn voor dit soort cliënten en dat velen daarvan deelnemen aan ‘slachtoffergroepen’. Voorwaar een recept voor gelijkluidende ‘herinneringen’ en het verder openen van de doos van pandora.