Door Luigi Corvaglia

Vertaling van Lo strano caso dell’avvocato Introvigne (2017)

Geruststellend én angstopwekkend

De communisten waren er het eerst. Daarna kwam Poetin. Dit is niet echt een voor de hand liggende beschrijving van de lotgevallen van het Russische volk. Het is wel de evolutie van een samenzweerderig idee van een onderzoeker van religies. Hij ziet namelijk verborgen manipulatoren achter hen die dingen zeggen die niet in overeenstemming zijn met zijn eigen ideeën. Wat hij denkt is eenvoudig samen te vatten: er zijn slechte mensen die een “morele paniek” organiseren tegen goede mensen. Deze morele paniek zou een algemene, maar volstrekt ongegronde angst zijn. De slechte mensen zouden “morele ondernemers” zijn die handelen om de reputatie van specifieke sociale groepen te beschadigen. Het fenomeen van pedofiele priesters in de RK kerk bijvoorbeeld bestaat volgens hem helemaal niet. Het is een morele paniek die slim werd gecreëerd door “zeer machtige lobby’s” om degenen die zich verzetten tegen “de toediening van de RU486-pil [“abortuspil”, PZ], euthanasie, de erkenning van homoseksuele verbintenissen” het zwijgen op te leggen (zie hier). De weinige daadwerkelijke gevallen van pedofiele priesters zijn volgens deze anti-psychiater te wijten aan hun homoseksualiteit en de “seksuele revolutie” (sic) die door de generatie van 1968 werd veroorzaakt (lees hier) …

Hij heeft niet zo heel veel op met psychiaters, integendeel, maar in een van de weinige gevallen waarin hij de psychiatrie lijkt te waarderen, een discipline die pedofilie definieert als de aantrekking tot “prepuberale minderjarigen“, schrijft de auteur:Als een priester seksuele relaties heeft met een 16-jarig meisje – of een 16-jarige jongen – gedraagt hij zich zeker zeer kwalijk, maar het is geen pedofilie. Jawel, Massimo Introvigne is een pietje precies. Als bewijs hiervan volstaat het te zeggen dat toen hij werd geconfronteerd met kritiek omdat hij tijdens een proces had getuigd ten gunste van Scientology, de controversiële “kerk“, Introvigne antwoordde dat hij had getuigd over en niet voor Scientology. Het is dus iemand die op alle slakken zout legt.

Feit is dat van alle gevallen van morele paniek waarover hij beschikt, onze auteur er één heeft die meer dan alle andere zijn zorg en geruststellende inzet geniet. Het is die van de “sekten“. Er zijn inderdaad mensen die menen dat er in alternatieve spirituele groeperingen ook gevaarlijke elementen bestaan die misbruik maken van hun volgelingen. Scientology is een dergelijk geval. Welnu, zij hebben het helemaal mis, stelt onze auteur ons gerust. De tegenstanders van de nieuwe religieuze bewegingen – een politiek correcte term die het denigrerende woord ‘sekten‘ omzeilt – zijn ‘morele ondernemers‘ die tot doel hebben deze ‘religieuze minderheden‘ in diskrediet te brengen (zie hier).

Iedereen die hier bezwaar tegen maakt, krijgt te maken met de meedogenloze anti-paniekmachine die het brein van deze man is. Een van de beste voorbeelden om dit te illustreren is de tragedie van Jonestown. Op 18 november 1978 pleegden meer dan 900 leden van de People’s Temple, een beweging die was opgericht door Jim Jones, een baptistenpredikant uit Californië, zelfmoord door cyanide in te nemen. Getuigenissen van de enkele overlevenden meldden dat moeders vrijwillig hun kinderen vergiftigden. Een tragedie die vaak is gebruikt als een onweerlegbaar voorbeeld van het gevaar van geestelijke manipulatie binnen religieuze sektes.

Een thema dat vandaag, te midden van de opkomst van het aan islamitisch radicalisme verbonden terrorisme, weer volop actueel is. Iemand vindt echter van niet. Volgens wat om de een of andere reden een van de stemmen is waarnaar de Italiaanse media het vaakst luisteren als ze het over nieuwe religieuze bewegingen hebben, namelijk Massimo Introvigne, was de beweging van dominee Jones nu juist geen “sekte” en had de tragedie van Jonestown ook helemaal niets te maken met manipulatie. Volgens onze auteur was de dood van de inwoners van Jonestown het resultaat van de bewuste en vrije rationele keuze van deze 900 mensen om “revolutionaire zelfmoord” te plegen. Manipulatie, zo wordt ons uitgelegd, is namelijk een mythe.

De werkelijke oorzaak van de tragedie zou eerder de marxistische ideologie van Jones zijn (klik hier). Het is de schuld van de communisten! Ja, want de People’s Temple was weliswaar een religieuze, maar toch vooral ook een politieke beweging. Introvigne maakt zich druk om dit soort kwalificaties, want zoals gezegd is hij een pietje precies. Zo wordt ons onthuld wat de exegeten van Het Kapitaal was ontgaan, namelijk het verkeerd begrepen anti-conservatieve doel van de klassenstrijd en de verborgen zelfmoord veroorzakende kracht van het Hegeliaanse historicisme.

Het moet echter gezegd worden dat deze man, die een kunstmatig gecreëerde paniek ziet waarbij kerken en congregaties in diskrediet worden gebracht, er op een bijzondere manier geen contradictie in ziet om zelf één van de “ondernemers” te zijn van de bij uitstek meest morele paniek van onze tijd: namelijk die van de gendertheorie (zie hier). Niet alleen wordt de man die Prozac neemt voor onze morele angsten de megafoon van de genderangst, d.w.z. het idee van het door niemand weet wie uitgebroede complot om de verschillen tussen de seksen uit te wissen, maar bovendien schrijft hij er een occult-esoterische oorsprong aan toe (zie hier). Dat is merkwaardig. De man heeft altijd al zijn uiterste best gedaan om de stelling te verdedigen dat de angst voor het occulte ongegrond is en dat het een ongegronde paniek is, en vervolgens draagt hij zelf bij tot het opbouwen van een morele paniek, te weten die van het einde van de westerse beschaving door middel van homoseksuele huwelijken, waarbij hij de nadruk legt op de vermeende esoterisch-occultische en zelfs satanische grondslagen ervan.

Het anxiolytische onderdeel van morele paniekaanvallen wordt nu anxiogeen. In een artikel voor de katholieke krant La Nuova bussola quotidiana citeert Introvigne een Zweedse historicus die een boek schreef over satanisme en hij beweert dat: “De historicus laat zien hoe Satan allereerst door socialisten, communisten en anarchisten werd gemobiliseerd als agent en motor van de rebellie tegen traditionele hiërarchieën, religie en privé-eigendom.” En ook: “Inderdaad, figuren aan de oorsprong van het feminisme, het homoseksualisme en de genderideologie, evenals het socialisme, haalden Satan expliciet aan en riepen hem aan als de vader van hun ideeën.”

Daar zijn we dan. De communisten (een brede term die ook anarchisten, “homoseksuelen“, feministen, enz. omvat) zijn de architecten van wat door hem een “morele paniek” wordt genoemd, wanneer zij doelen treffen die Introvigne na aan het hart liggen, maar aangezien zij ook de slinkse scheppers zijn van alle verschijnselen die hij verafschuwt, is het geoorloofd om hen, uit angst voor de ondergang van de maatschappij, hard aan te pakken, zonder dat dit technisch gezien een morele paniek zou zijn. Men zou dan eerder moeten spreken van zelfverdediging.

Traditionalistisch én oecumenisch

Het is een bijzonder heerschap, die Massimo Introvigne. Tilman Hausherr zei over hem dat “hij in een uitwisseling van e-mails blijk gaf van intelligentie, communicatieve vaardigheden en een ego van galactische proporties“. Voor niet-ingewijden: hij is de oprichter van het Centro Studi Nuove Religioni (CeSNUR), een particulier onderzoeksinstituut over religieuze minderheden dat gevestigd is in Turijn, maar een internationale dimensie heeft gekregen met vestigingen in Frankrijk en de VS. Een van de vele bijzondere elementen die men tegenkomt bij de omgang met dit heerschap is dat Massimo Introvigne eigenlijk een advocaat is, hoewel men ook kan zeggen dat hij “op het terrein” de titel “godsdienstsocioloog” heeft verworven. Advocaat is hij niet enkel nominaal, want hij is een invloedrijke partner van een bekend kantoor in Turijn, Jacobacci & Partners SPA, dat ook transnationaal van opzet is (klik hier).

Dit megabedrijf kwam enige tijd geleden in de media toen het nieuws dat de openlijk homofobe beweging Le sentinelli in piedi een merk was dat bij het Octrooibureau was geregistreerd door hetzelfde kantoor waarvan Introvigne partner is. Het leverde hen veel nieuwsgierigheid en woede op. Zelfs tot in het milieu van het katholieke fundamentalisme aan toe. Sommigen zouden twijfels kunnen hebben over de competentie die een in octrooien en intellectuele eigendom gespecialiseerde advocaat aan de dag kan leggen in het religieuze domein, maar ze zouden daarmee aantonen dat ze onze man niet zo heel erg goed kennen.

Massimo Introvigne zegt ‘jij’ tegen bisschoppen en heeft altijd religie gewasemd. Hij stond als seminarist dicht bij de opvattingen van Monseigneur Marcel Lefebvre, de traditionalistische bisschop die door Johannes Paulus II werd geëxcommuniceerd. Lefebvre was iemand die de oecumene als bedrog zag. Bovendien is de jurist al tientallen jaren lid van Alleanza Cattolica. En niet alleen dat. Hij was jarenlang “plaatsvervangend regent” (praktisch: vice-voorzitter) van deze organisatie. De Alleanza Cattolica maakt er geen geheim van dat zij een “contrarevolutionaire” en “anti-moderne” doel nastreeft die uitdrukkelijk het “magisterium” van Plinio Corrêa de Oliveira volgt. De meesten zal deze naam niet veel zeggen, maar De Oliveira is een Braziliaanse denker aan wie Introvigne enkele jaren geleden een heel boekwerk wijdde (“Una battaglia nella notte. Plinio Corrêa de Oliveira e la crisi del secolo XX nella Chiesa“, 2008).

Corrêa de Oliveira was de oprichter van Traditie, Familie en Eigendom (TFP), een millenaristische organisatie die een hiërarchische natuurlijke orde predikt die moet worden verdedigd tegen “progressieve” aanspraken. Het doel van deze vereniging is de integrale restauratie van de christelijke beschaving door het herstel van adellijke titels, de ontbinding van socialistische partijen en de censuur van boeken, films en televisieprogramma’s die de morele waarden van het Westen aanvallen. Ook de tekenfilmserie The Simpsons behoort tot de aanval op de traditionele orde die het zwijgen moet worden opgelegd. Zelfs Ned Flanders komt er waarschijnlijk niet zo heel goed vanaf.

De jonge Massimo Introvigne (tweede van links) tussen de toekomstige holocaustontkenner bisschop Richard Williamson en aartsbisschop Marcel Lefebvre (1977).

De Oliveira was, kortom, de verkondiger van een programma van “herstel van de orde“, op te vatten als een terugkeer naar een “christelijke beschaving, sober en hiërarchisch, fundamenteel heilig, anti-egalitair en anti-liberaal.” Het citaat van De Oliveira’s uit “Revolutie en contrarevolutie” (1958) is erg belangrijk om de culturele matrix te begrijpen waarbinnen de gedurfde stellingen van de Turijnse advocaat hun plek vinden. Het element van vijandigheid tegenover de liberale samenleving staat namelijk centraal in het programma van de organisatie waarvan Introvigne al tientallen jaren lid is en waarin hij lange tijd de rol van tweede in de hiërarchie vervulde.

Niet alleen worden in de artikelen in Cristianità, het tijdschrift van de vereniging, de katholieke waarden opgehemeld en de burgerrechten die altijd door liberale bewegingen zijn verdedigd (zoals homoseksualiteit, abortus, anticonceptie en echtscheiding) krachtig aangevallen, maar in 1994 nodigde Alleanza Cattolica de katholieken met een “electorale oproep” uit om massaal te gaan stemmen om “de massaal radicale partij” aan banden te leggen. Hiermee werden alle “progressieve” partijen en bewegingen bedoeld die zich schuldig maken aan een ontkerstening van de samenleving. De “Partito Radicale” dus als het toppunt van vrijzinnigheid en de vijand bij uitstek van de “strenge en hiërarchische, fundamenteel heilige, anti-egalitaire en anti-liberale” christelijke beschaving.

Het is moeilijk te bevatten dat één van de belangrijkste exponenten van deze nostalgische cultuur van het ancien régime dezelfde persoon is die in 1996 een officieel document van CeSNUR (“Establishment of a persecution right? A response to the report of the Commission of Inquiry into the Sects”) afsloot met een beroep op niet minder dan “het motto waarmee Frankrijk in de hele wereld graag wordt vertegenwoordigd: Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap“!

De voormalige traditionalistische seminarist heeft zichzelf op een gegeven moment herontdekt als een aanhanger van de oecumene en een verdediger van de godsdienstvrijheid, zodanig dat hij zelfs voor de ontkerstingspartij een referentiepunt over dit onderwerp is geworden (zie hier). Sommige van de meest naïeve exponenten van de seculiere politieke beweging stellen hem zelfs voor als institutioneel referentiepunt voor het probleem van gevaarlijke sektes, als een “illustere academicus, erkend als onpartijdig referentiepunt voor de wetenschappelijke gemeenschap” (zie hier) en een Italiaanse NGO die zijn “magisterium” traceert met dezelfde getrouwheid waarmee Alleanza Cattolica dat van De Oliveira traceerde, telt onder haar invloedrijke leden zowel katholieke exponenten als verschillende leden van de partij die ooit toebehoorde aan Marco Pannella. Ja, precies dezelfde ontkerstenaars die door Alleanza Cattolica werden afgeschilderd als de voorhoede van het door De Oliveira gefantaseerde proces van ontbinding van de beschaving!

Men zou kunnen spreken van afvalligheid! Maar als het afvalligheid was, dan was dat al in 1985. Vóór dat jaar stond de Alleanza Cattolica namelijk, zoals te verwachten viel, uiterst vijandig tegenover alle “afwijkingen” van het rechte pad. Introvigne zelf noemde dergelijke afwijkingen, voordat ze op een “politiek correcte” manier nieuwe religieuze bewegingen werden genoemd, sekten. Tot de aldus bestempelde bewegingen behoorden ook kerken als de Jehova’s Getuigen (klik hier en hier).

Sommige achterdochtige lieden brengen de koerswijziging van Introvigne en Alleanza Cattolica in verband met de veroordeling door het Braziliaanse episcopaat van Familie, Traditie en Eigendom in hetzelfde jaar. De Latijns-Amerikaanse organisatie werd omschreven als “niet in gemeenschap met de katholieke kerk“. Dit vanwege haar “esoterisch karakter, religieus fanatisme, verering van de leider en stichter, en misbruik van de naam van Maria Allerheiligste“. In de praktijk dus een “sekte“, als we Introvigne’s terminologie van voor 1985 zouden willen gebruiken.

Op 10 januari 1996 zou TFP in het onderzoeksrapport van de Franse Nationale Assemblee over sekten (het zogenaamde Guyard-rapport) worden opgenomen in de lijst van te observeren organisaties. Dit is het rapport waarop CeSNUR reageerde met het geciteerde document dat werd afgesloten met het motto van de Franse Jacobijnen.

Torquemada (een pseudoniem waarachter de Jezuïet Ennio Pintacuda schuilgaat) schreef in Sodalitium dat het op dat punt noodzakelijk werd voor TFP om

1) de anti-sekte bewegingen (die TFP en Opus Dei tot de sekten durven rekenen) aan te vallen.

2) de godsdienstvrijheid van de meest ongeloofwaardige sekten te verdedigen (als zij ermee wegkomen, komen wij er a fortiori mee weg).

In feite begon TFP vanaf de verklaring van de Braziliaanse Bisschoppelijke Conferentie dezelfde ideeën te propageren die later typerend zouden zijn voor CeSNUR, namelijk dat er een wereldwijde “anti-sekte” samenzwering bestaat die gemanoeuvreerd wordt door “psychiaters en communisten“.

Technisch én anti-technisch

De communisten even buiten beschouwing latend, verdient het idee van een samenzwering van psychiaters enige aandacht. In een artikel uit 1993, gepubliceerd in Cristianità (hier), schreef Introvigne wat hij in de jaren daarna steeds weer zou herhalen, namelijk dat

De anti-sekte bewegingen bevatten vaak, in een prominente positie, psychiatrische en juridische professionals zonder religieuze binding of zelfs ronduit secularistisch.

en dat daarom,

(voor de anti-sekte) verklaringen voor het succes van “sekten” zich eerder zullen richten op controversiële psychologische en psychiatrische theorieën zoals “hersenspoeling” dan op leerstellige of theologische verklaringen.

Met andere woorden, onze man vertelt ons dat het “technici” zijn, d.w.z. geleerden met een specifieke opleiding in de onderwerpen die eigen zijn aan het onderwerp waarover zij spreken (in dit geval de mechanismen van afhankelijkheid, overreding, afhankelijkheid, emotie, hoop, etc.) negatief is, omdat het leidt tot het focussen op “controversiële theorieën” zoals die van “hersenspoeling“. Dat de theorie van “hersenspoeling” – zoals Introvigne het ironisch genoeg noemt, gebruikmakend van een term in journalistiek gebruik die de vermeende extravagantie ervan benadrukt – een controversiële theorie is, staat vast, en wel juist omdat het een wetenschappelijke theorie is. In tegenstelling tot “verklaringen van doctrinaire of theologische aard” die worden uitgedrukt in termen van onbetwistbare Waarheid, daalt de wetenschap namelijk in feilbare manieren die onbekend zijn voor de horizon van de gelovigen.

Zeker is dat als de psychologie en de psychiatrie een nederige stap terug moeten doen als het gaat om de spirituele keuzes van individuen, men geneigd is te zeggen dat juristen en sociologen, zelfs de echte, niet bijzonder goed gekwalificeerd lijken om commentaar te leveren op de geldigheid van psychologische theorieën.

Hoe het ook zij, vijandigheid tegenover psychiaters en psychologen is een typisch kenmerk geworden van het betoog van Introvigne en CeSNUR (zie bijvoorbeeld hier). Het lijkt erop dat verklaringen over dit onderwerp van niet-technische maar volstrekt zelfbenoemde deskundigen, zoals advocaten, godsdienstleraren en zelfbenoemde sociologen veel zinvoller en waardevoller zijn. Een soort van apologie van de competentie van de autodidact, eerder dan van alleen maar incompetentie. Het is merkwaardig. In de bonte verzameling van personages die het front vormen van de vijanden van de anti-sektebeweging, wordt de formule dat de Italiaanse exponenten van de anti-sektebeweging “zelfbenoemde deskundigen” zijn en in wezen “onbetrouwbaar” al jaren als een mantra herhaald. Het zouden namelijk geen echte deskundigen zijn. Onbekwaamheid lijkt afhankelijk van de gelegenheid tegengestelde connotaties aan te nemen.

Introvigne is echter veel intelligenter dan de rest van de verdedigers van de sektes in Italië, die zich bij elk publiek optreden steeds meer laten opmerken door de troosteloze middelmatigheid van hun “argumenten“. De advocaat grijpt elke laatste strohalm aan en is wereldkampioen in het omdraaien van de rollen. Hij laat zich niet in verlegenheid brengen door een idiotie als competentie te gebruiken die anti-sekte-activisten zouden ontberen, althans niet geuit op de manier waarop tweede- en derde-rij sekte-apologeten dat doen. Hij is de ster. Hij zegt dezelfde dingen op een bedekte en jezuïtische manier. Een goed voorbeeld daarvan is zijn recente interview (hier te lezen) met een vertegenwoordiger van de European Federation for Freedom of Belief (FOB). Deze organisatie federeert organisaties die minstens zo controversieel zijn als de hersenspoel-theorie (d.w.z. Scientology, Damahur, Mysa Yoga, enz.) en haar bestuur en wetenschappelijke comités, die tegenwoordig vol zitten met juristen, zaten nog niet zo lang geleden vol met leiders van veelbesproken sektes, enkele godsdienstleraren en exponenten van de Partito Radicale (zie hier). Een tijdige “make over“.

Op een bepaald moment in het interview stelt de secretaris van de FOB aan Introvigne de retorische vraag: “Hoe betrouwbaar zijn de berichten die door deze zelfbenoemde deskundigen worden verspreid?“, verwijzend naar de exponenten van de anti-sektarische verenigingen. Introvigne’s sluwe antwoord omzeilt de vraag door te stellen dat het echte probleem is dat de anti-sectaristen “een militant en geen wetenschappelijk of informatief doel hebben“. Natuurlijk erkent hij dat soms zelfs “academische onderzeokers van nieuwe religieuze bewegingen” – niet om op te scheppen, maar hij beweert er een te zijn – “enige gunstige vooringenomenheid hebben ten aanzien van de groepen die zij bestuderen“.

In feite is “militanten” precies de term die mag worden gebruikt voor echte of vermeende “academici” die bezield zijn door een gunstige vooringenomenheid ten opzichte van sektes, maar, zegt Introvigne, het grote verschil is dat “wanneer zij worden gepubliceerd, hun studies de toetsing van een complex systeem van controles hebben doorstaan“. Met andere woorden, hun geschriften passeren “het strenge onderzoek van peer review, dat wil zeggen anonieme toetsing door academische collega’s“. Men is blij te vernemen dat de validatiemethoden die gebruikt worden in de psychologie en psychiatrie, disciplines die zich van Introvigne niet mogen uiten in de context van sektes, ook gebruikt worden in disciplines die dat wel mogen zonder beschuldigd te worden van onbetrouwbaarheid. Feit is dat niet alleen de artikelen over mentale manipulatie (“hersenspoeling“) ook zijn gepubliceerd nadat ze dezelfde peer review hebben doorstaan, maar ook alle werken van vooraanstaande academici die standpunten innemen die tegengesteld zijn aan die van Introvigne, CeSNUR, Alleanza Cattolica en de FOB, waaronder sommigen in de wetenschappelijke comités van anti-sektarische verenigingen.

Samenzwering en anti-samenzwering

De seculiere en liberale wereld schijnt de dubbelzinnigheden, of tenminste de inconsequenties van het heerschap niet op te merken. Anderen zien dat wel. De socioloog Serge Thion, bijvoorbeeld, schrijft:

Massimo Introvigne is de grotendeels in diskrediet gebrachte auteur van een industriële hoeveelheid boeken over de “nieuwe religies”, waarvan men vermoedt dat hij – sinds vele jaren – een occulte propagandist is.

Thion is een holocaustrevisionist, en dus een exponent van een traditie die deze auteur niet deelt, maar zijn interventie haalt duidelijk één van de vele elegante stellingen van de Turijnse theoloog onderuit, meer bepaald die over de oorsprong van het holocaustnegationisme. Volgens Introvigne heeft het negationisme niets te maken met het fascisme of het nazisme, omdat het, welhaast overbodig om op te merken, een product is van het marxisme (zie hier). Het is weer eens de schuld van de communisten.

De felste critici van Introvigne zijn echter de traditionalistische katholieken. Zij zien in hem de dubbelhartigheid van de gluiperige verrader. Vanuit hun standpunt is het moeilijk hem de schuld te geven, aangezien de voedingsbodem van de Alleanza Cattolica dezelfde is waarin de reactie op het tweede Vaticaanse Concilie, die zo vijandig staat tegenover de oecumene, vorm kreeg. Traditionalisten verwerpen juist deze spanning om de gelovigen van alle kerken te verenigen en dus hun verschillen te tolereren in een “ketterse onverschilligheid“. In plaats daarvan maakt de vice-regent van Alleanza Cattolica zich enerzijds tot voorvechter van de “sekten” die het verst van het katholicisme afstaan, en anderzijds tot apologeet van Christus’ plaatsvervanger, de paus. Aangezien de traditionalisten tegenover de enen even vijandig staan als de anderen, maken zij geen geheim van hun afkeer van de advocaat. Sommigen zeggen het hem niet rechtstreeks. Maar hij, het moet gezegd, geeft hen wel antwoord (misschien omdat de Lefebvrianen en sedevacantisten* de vermeende schuldigen zijn in de klachten tegen TFP?).

De relatie tussen Introvigne en de fundamentalistische katholieken bereikte sympathieke hoogten van moddergooien toen sites verbonden aan de galaxie van het traditionalisme het gerucht publiceerden dat het aftreden van Massimo Introvigne als regent van Alleanza Cattolica verband hield met zijn besluit om zijn vrouw en kinderen te verlaten en naar New York te verhuizen met zijn Litouwse minnares (zie hier). Hij ontkende dit prompt en benadrukte dat hij nog steeds in Turijn woonachtig is (zie hier). Op een gegeven moment speelde Introvigne echter de complotkaart. Eerst ging hij er voorzichtig mee om. In een artikel in La Stampa beweerde hij dat katholieke traditionalisten in contact zouden staan met Vladimir Poetin. Hij schreef:

Het is de mythische idealisering van de Russische president Vladimir Poetin, die wordt voorgesteld als de “goede” leider om de “slechte” leider paus tegen te werken, vanwege zijn standpunten over homoseksuelen, moslims en immigranten. Russische stichtingen met nauwe banden met Poetin werken samen met de anti-Francesco dissidenten.

Later plaatste hij op zijn Facebook-pagina de insinuatie dat traditionalistische katholieken zelfs door Poetin zouden worden gefinancierd:

…een vogeltje vertelde me dat een parallel onderzoek door Italiaanse en Franse rechters binnenkort een lijst naar buiten zal brengen van pro-familie, pro-leven en anti-islamisten die Poetin prijzen en (heimelijk) geld van het Kremlin ontvangen…

Daarop volgde een snelle reactie van de traditionalisten.

Hier zijn we dus bij het nieuwe model! Aangezien communisten zeldzamer zijn geworden dan de “Gronchi rosa” [een zeldzame postzegel, PZ] en het bedenken van relaties tussen Pyongyang en de mensen die het verstoren niet haalbaar is, vindt de onnavolgbare Introvigne een nieuwe marionettenspeler in de Russische regering. Bovendien wordt de Russische regering nog wel veel ernstigere zaken verweten, om nog maar te zwijgen over de geloofwaardigheid van de financiering van fundamentalistische katholieken. Let wel, niet dat hij een hekel zou hebben aan Russen. Integendeel. Hij spreekt “waardering uit voor de strijd tegen de homolobby en het islamitisch fundamentalisme die Rusland voert“. Het probleem is de aangeboren expansiedrang van de Rus; de Rus valt uit conformiteit andere volkeren aan en probeert ze te beïnvloeden. Het is geen toeval dat het gerealiseerde communisme daar vandaan kwam en van daaruit zijn imperialisme manifesteerde. In de woorden van de man die het Satanisme ziet als de oorsprong van de “gendertheorie“:

Dat Rusland op de juiste manier ageert tegen de LGBT-lobby en de fundamentalistische islam rechtvaardigt niet zijn agressieve en expansionistische politiek in het Westen, en tegelijkertijd doet de veroordeling van deze expansionistische politiek niets af aan de waardering voor de strijd tegen de homo-lobby en het islamitisch fundamentalisme die Rusland voert. (zie hier)

Kortom, als het niet de communisten zijn, die inmiddels zo nutteloos zijn geworden als een antieke fonograaf, dan zijn het wel de Russen. Het is van hetzelfde laken een pak. Toch is deze man ook de auteur van enkele uitstekende kritische publicaties over het complotdenken (zie bijvoorbeeld dit). Je zou denken dat het doel van deze publicaties was het Dan Brown-complotidee van esoterische geheime sekten te ontkrachten om daarmee de “morele paniek” over sekten en occultisme tout court onschadelijk te maken.

Dat de Russische boeman de nieuwe versie is van de communistische boeman, goed voor alle jaargetijden, blijkt in ieder geval uit de uitspraken die de onvergelijkbare doet aan het eind van het bovengenoemde interview met de federatie van vrienden van sektes. Verwijzend naar FECRIS, de Europese federatie van anti-sektarische verenigingen, verklaart de expert namelijk dat het hem lijkt alsof

deze Europese coördinatie van anti-sekte militanten het zwaartepunt van haar activiteiten en publieke steun verlegt van Frankrijk naar Rusland, een land waar de godsdienstvrijheid van minderheden ernstig wordt beperkt. Het FECRIS heeft zeker zijn gemak in de omgang met Russische en andere Oost-Europese autoriteiten, maar het heeft zich moeten inlaten met, en zelfs leiding moeten geven aan, anti-cult exponenten uit Oost-Europa die verantwoordelijk zijn voor groteske excessen.

En daar gaan we weer. De bewering dat de Russen de nieuwe “communisten” zijn, heeft weliswaar een – zeer wankele – logische basis, vooral vanwege de geschiedenis en de persoonlijke biografie van de huidige Russische leider, maar het idee dat Rusland het nieuwe Frankrijk zou zijn dat door de sektebestrijders met dezelfde sympathie wordt bekeken als door de katholieke traditionalisten, is werkelijk onacceptabel. Anti-sektarische “secularisten” en traditionalistische katholieken die beiden op de lijst van Ruslands vrienden staan, misschien op dezelfde loonlijst als Poetins boekhouder? Behalve van logica is de theorie ook gespeend van enig bewijs om haar te kunnen rechtvaardigen, en het is moeilijk te begrijpen waarop de joviale verdediger van sektes zijn “indruk” baseert.

De techniek van het eindeloos herhalen van dezelfde leugen totdat hij waar wordt, wordt hier geschraagd door een van Goebbels‘ fundamentele propagandaprincipes, dat van de transfusie. Hierbij worden bestaande nationale of culturele mythen of vooroordelen (in dit geval russofobie) gebruikt om een emotionele component bij het publiek op te wekken. Maar een emotionele component wekken, primitieve angsten opwekken is precies het opwekken van een “morele paniek“, precies zoals die waarvoor de Alleanza Cattolica-man ons al zo lang heeft gewaarschuwd. Een psycholoog zou het mentale manipulatie noemen. Van een jurist weet men het niet zo goed.

Massimo Introvigne als oecumenische verdediger van sektes. Hier met leden van de ‘International Association for Krishna Consciousness’ en Raffaella Di Marzio.

  • Noot van de vertaler: sedevacantisme “is een theologisch standpunt, van een stroming in het traditionalistische katholicisme, volgens welke de laatste legitieme Vicaris van Christus paus Pius XII was (of, volgens anderen, Johannes XXIII); hun opvolgers zouden daarom geen echte en legitieme pausen zijn, maar onrechtmatige, of anti-pausen, die de ketterij van het modernisme hebben omhelsd, in navolging van de vernieuwingen van het Tweede Vaticaans Concilie.”

Zie ook:

Van Alleanza Cattolica tot CESNUR. Notities over de politieke wortels van de verdedigers van sekten